woensdag 19 juni 2013

Kan de democratie in Edam-Volendam nog worden gered?




KLADBLOK

                               
                    
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw heb ik het functioneren van de democratie leren kennen en intensief meegemaakt. Ik ben oud genoeg om te kunnen verklaren dat die democratie niet meer bestaat.  De wereld is veranderd, maar zonder democratie kunnen we niet.

Uiteraard functioneerde de democratie in de jaren die ik noemde niet vlekkeloos. Maar het functioneerde omdat het werd uitgevoerd door mensen die het belang daarvan niet ondergeschikt maakten aan hun persoonlijke belangen.  Je zou het ‘democratische integriteit’ kunnen noemen. Er was een zeker idealisme. Een houding waarin de belangen van het geheel niet overschaduwd werden door persoonlijke ambities en individuele belangen. Men lette op elkaar en de media begeleidden het democratisch proces op een kritische manier.

Ik weet niet of de kwaliteit van het bestuur in Edam-Volendam ernstig verschilt met wat elders in Nederland gebeurt. Als de democratie trendmatig onder druk staat, zal het beeld dat ik van het bestuur van Edam-Volendam heb niet zo heel veel verschillen van wat elders gebeurt. Desondanks heb ik de indruk dat de democratische kwaliteit van het bestuur in Edam-Volendam bij nadere weging achter blijft op het gemiddelde als het gaat om openheid, transparantie en integriteit. Het verschil wordt veroorzaakt door de persoonlijke kwaliteit en integriteit van individuele bestuurders.

Zo heb ik bijvoorbeeld meegemaakt dat fractievoorzitters over een bepaalde kwestie op zeer gekleurde wijze door het bestuur werden geïnformeerd en vervolgens werden gebonden aan geheimhouding. Het heeft even geduurd alvorens een gewetensvolle betrokkene de geheimhouding verbrak. Er werden in een bepaalde zaak bestuurlijke beloften gedaan die vervolgens als sneeuw voor de zon verdwenen. Een fractievoorzitter deed meerdere keren beloftes die toen puntje bij paaltje kwam niets bleken voor te stellen.  Machinaties in een andere zaak die ik aan het licht bracht werden door een bestuurder afgedaan als leugens. In een kwestie die in feite al zijn bekomst had gehad werden door het bestuur advocaten ingezet louter en alleen om de aanbrengers van de kwestie financieel te schaden. In verschillende situaties werden media onder druk gezet om niet meer over bepaalde zaken te publiceren of bepaalde mensen daarover aan het woord te laten. In de kwestie van de fusie met Zeevang werd medewerking van media verkregen en met name de verslaggever van het NHD ging zeer ver om een voor het bestuur gunstig beeld te scheppen van de stand van zaken. Critici worden benaderd als vijanden waarvan de reputatie wordt aangetast wat tevens een excuus inhoudt in van een inhoudelijke reactie af te zien. Een wethouder wiens handelen ernstige vragen opriep werd onderworpen aan een onderzoek waaraan hij geen volledige medewerking gaf waardoor bepaalde vragen niet op de juiste manier beantwoord zijn. Niettemin beroept de man zich op volledige onschuld en steunt zijn partij hem daar volledig in.  Het bestuur nam in een andere zaak besluiten die in feite de voorbereiding betekende op een allesomvattend besluit en hoopte op die manier in een klap de buit binnen te halen. Gedupeerden werden weggezet als oenen en de advocaat die het voor hen opnam kreeg een tuchtklacht tegen zich van een bestuurder. 

Het zijn alleen maar mijn waarnemingen, niet eens uitputtend opgesomd en het is aannemelijk dat anderen daar de nodige andere verhalen aan kunnen toevoegen. Een aantal daarvan ken ik, maar het is niet aan mij om die naar voren te brengen.

Misleiding door onjuiste of onvolledige informatie, beperking van de vrijheid van meningsuiting, het najagen van persoonlijke doelen, het diffameren van critici, het niet nakomen van afspraken beloften: het zijn maar een aantal constateringen die duidelijk maken dat het bestuursbootje in ongerede raakt als gepoogd wordt bestuurlijk bij te sturen als de noodzaak van verheimelijken van minder fraaie zaken zich voor het bestuur aandienen.

De democratie is in ongerede geraakt, maar het bestuur lijkt nog steeds voldoende medestanders te kunnen vinden die meegaan in de door haar geschapen vijandbeelden.

Een coalitiewisseling zou een goede gelegenheid zijn om orde op zaken te stellen en het bestuursbootje weer op een koers te zetten die alle rechten van inwoners waarborgen. De koers van de afgelopen jaren dient te worden gecorrigeerd omdat die democratische waarden aantast. Het brengt het gemeentebestuur in ongerede omdat de situatie een steeds autocratischer optreden vereist om het stuur in handen te kunnen blijven houden.


Ik ben mijn vertrouwen in de democratie nog niet verloren. Wat krom is gegroeid kan worden rechtgezet. Maar dat moet wel gebeuren en gebeurt alleen als mensen zich daarvoor inzetten. Op de eerste plaats de leden van de gemeenteraad die hierin een dringend algemeen belang zouden moeten zien. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten