maandag 27 januari 2014

Valse tegenstellingen als aanslag op de democratie in Edam-Volendam


                                          

Ex-wethouder Marisa Kes (Volendam|80) reageerde op haar ontslag door de gemeenteraad van Edam-Volendam met de mededeling dat ze naar huis is gestuurd door de ‘Edamse partijen’ RTVV-NH). Dat is een vals beeld. In de combinatie van VVD, GroenLinks en PvdA die het initiatief nam voor het ontslag,  is alleen de laatste een overwegend Edamse partij.

Marisa Kes gaat na haar ontslag, volgens mijn informatie, verder als lijsttrekster van Volendam|80. Haar pikante uitspraak is zou de aftrap kunnen zijn van een weinig verheffende verkiezingsstrijd. Het is de vraag of een ontslagen wethouder de meest geschikte kandidaat is om de verkiezingsstrijd voor haar partij aan te voeren. Hetzelfde geldt trouwens voor de eveneens ontslagen wethouder Gina Kroon-Sombroek, die voor het CDA de lijst aanvoert.

Beide dames zeggen zich niet te herkennen in de lijst van bezwaren en aanmerkingen die ter rechtvaardiging van hun ontslag zijn aangevoerd. Daar zit een probleem. Beide dames geven daarmee te kennen de ogen en oren te sluiten voor de kritiek die op het college is uitgeoefend. Ze willen afgerekend worden op het feit dat ze hard hebben gewerkt. Hoewel dat beslist waar is, kan dat geen enkele rol spelen. Het moet blijven gaan over de wijze waarop ze (hard) gewerkt hebben. Het is dan ook de wijze van werken die ter discussie is gesteld.

Door hun opstelling dwingen de lijsttreksters van het CDA en Volendam|80 die verkiezingsstrijd in de richting van personen. Daarbij is Marisa Kes de meest uitgesprokene. In feite vraagt ze de Volendamse kiezers: ‘pikken jullie het dat ik door ‘Edammer’ partijen ben ontslagen?’.  En daarmee is de valse noot in de verkiezingsstrijd geïntroduceerd. Na haar ontslag gaat ze daar in de sociale media lustig mee door. Zo beweert ze dat ze alleen maar weg moest zodat de andere partijen hun handen vrij zouden hebben om ambtenaren in het NNHK te huisvesten.  De boodschap die ze daar onbewust mee ventileert is: ‘nu kan ik het niet meer tegenhouden!’.

Door een valse tegenstelling te creëren, ‘Edamse’ vijandigheid ten opzichte van Volendam, laat ze haar minachting zien voor de feiten. De kiezer krijgt oogkleppen op gedaan. Ik heb al vaker mijn misnoegen geuit over haar stijl die wat mij betreft omschreven kan worden met: ‘het doel heiligt de middelen’.
Het wethouderschap vergt dat het doel uiteindelijk wordt vastgelegd in een democratisch proces. Het proces kun je op inhoudelijke wijze of formele wijze invullen. In de stijl van Kes draait het om de formele invulling en verwaarloost ze het inhoudelijke deel omdat ze bij voorkeur het doel zelf bepaalt. Dat heeft dan ook een rol gespeeld bij haar ontslag.

Politieke macht vergaren door middel van valse tegenstellingen moet worden afgewezen als manipulatie van kiezers. Kes activeert de altijd sluimerende kommenstrijd voor politieke doeleinden. Ze schept verdeeldheid door in te spelen op sluimerende gevoelens door ten onrechte VVD en GroenLinks te kaderen als ‘Edammer’ partijen.

In werkelijkheid gaat het niet om uiteenlopende belangen van de kernen Volendam en Edam. Het werkelijke verschil gaat over uiteenlopende politieke stijlen. Die hebben de breuk en verdeeldheid veroorzaakt. De procedure om te komen tot een reconstructie van het dorpshart van Volendam speelt daarin een belangrijke rol.  Kes had de neiging om haar legitimiteit bij de gemeenteraad te zoeken om daarmee belanghebbenden voor voldongen feiten te stellen. In dit geval corrigeerde de gemeenteraad haar en gaf haar de opdracht mee om bij het begin te beginnen. Ze luisterde niet, organiseerde schijninspraak en riep daarmee grote irritaties op de belanghebbende ondernemers en bij de meerderheid in de gemeenteraad.

Het is betreurlijk dat de collegepartijen CDA en Volendam|80 onvoldoende afstand hebben genomen van deze bestuursstijl. Ze waren er maar wat trots op dat deze wethouder dingen voor elkaar kreeg. Daarmee zijn ze mede verantwoordelijk geworden voor het in stand houden van de top-down-stijl van de wethouder die inspraak slechts als een te nemen hindernis zag.  Als belanghebbenden zich tegen haar voorstellen keerden, bagatelliseerde ze de bezwaren en demoniseerde ze de bezwaarmakers. Dat is het nadeel dat top-down-beleid nu eenmaal met zich meebrengt.

Bij de laatste raadsvergadering kreeg ik van GroenLinks hun verkiezingsprogramma overhandigd. Dat begint met een pleidooi voor democratie, transparantie en integriteit. Inspraak moet vooraf plaatsvinden zeggen ze. Bij het hoofdstuk ‘Arbeid en Zorg’ vond ik een sympathiek pleidooi om de WirWarbar in gebruikt te gaan nemen als activiteitencentrum voor mensen met een beperking. Ik herinner me dat de CDA-wethouder dat in de gemeenteraad als eens op kribbige toon afwees omdat ze andere projecten op het oog had. Misschien is het wel een goed voorbeeld voor hoe dat aangepakt kan worden. Laten de belanghebbenden de verschillende mogelijkheden maar eerst beoordelen. Daarna kan een wethouder een beredeneerd voorstel voorleggen aan de gemeenteraad.

Partijen en raadsleden die de voorkeur geven aan een andere volgorde verdienen eigenlijk geen plaats in de gemeenteraad. Wat mij betreft mogen de verkiezingen over dat onderwerp gaan. Veel belangrijker dan de vraag in welke dependance ambtenaren worden gehuisvest





vrijdag 24 januari 2014

Ook in Edam-Volendam gaat de kruik te water tot hij barst.

KLADBLOK

                                              


Als politieke spanningen niet in toom worden gehouden ontstaat er vanzelf een situatie waarin dat alleen nog maar opgelost kan worden met onvermijdelijke acties om daar een einde aan te maken. In de kern is dat wat er is gebeurd toen een meerderheid in de gemeenteraad zich gedwongen voelde om twee wethouders te ontslaan.

Na zo’n gebeurtenis volgt het politieke spel van ‘zwartepieten’. Wie krijgt de schuld. Zeker met gemeenteraadsverkiezingen in het verschiet zullen partijen alles uit de kast halen om de kiezer duidelijk te maken wat die er van zou moeten vinden. Het elkaar de schuld geven en overladen met verwijten is maar al te menselijk. Het is echter de vraag of de tijd is aangebroken dat partijen zich gaan afvragen of het niet beter zou zijn om tot bezinning te komen.

Als ik alles overzie zijn er vele schuldigen en is er sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie. Men heeft het samen zo ver laten komen. In de oplopende spanningen zijn het de fracties van CDA en Volendam|80 geweest die de laatste fatale zet in het politieke spel hebben gedaan. Ze hebben de minister van Binnenlandse Zaken gevraagd of het besluit tot huisvesting van ambtenaren in de aangekochte panden van het Hoogheemraadschap in aanmerking komt voor vernietiging. Dan speel je politiek gezien met vuur en provoceer je op een manier die een tegenreactie uitlokt.

De ingediende motie van wantrouwen die over de handelwijzen en communicatie van het college richting gemeenteraad, burgers en ondernemers ging werd onderbouwd met tal van voorbeelden en was op zich terecht. Het feitelijke probleem op de achtergrond was echter dat de communicatie binnen de gemeenteraad volkomen verstoord is geraakt. Rond een aantal onderwerpen zijn de verhoudingen gepolariseerd geraakt en dan is een escalatie niet te vermijden.

De discussie binnen de gemeenteraad ging niet meer over feiten, maar over de interpretaties van feiten. In dat verband verdient de gehele gemeenteraad een brevet van onvermogen. Hoewel de partijen PvdA, GroenLinks en VVD, voor zover ik het kan overzien, een helder en logisch voorstel hebben gedaan in verband met de huisvesting, kan ze worden aangerekend dat ze te terughoudend zijn geweest in de politieke arena en daardoor niet in staat zijn geweest de tikkende bom tijdig onschadelijk te maken. De andere partijen CDA, LK en Volendam|80 valt te verwijten dat ze al vroeg zijn gestopt met het luisteren naar de argumenten van de anderen en die vooral bestreden met veronderstellingen, overdrijving en opportunistisch verzet.

Het college is allesbehalve verstandig omgesprongen met de situatie. Dat ze formeel niet wisten dat de fracties van beide wethouders bezig waren het omstreden besluit vernietigd te krijgen, is natuurlijk ongeloofwaardig. Het verwijt dat ze bezig waren de uitvoering van het besluit te traineren was dan ook niet zonder grond. Rond zo’n situatie groeit er een verschil tussen wat mensen zeggen te doen en wat anderen daarvan waarnemen. De gepresenteerde beweegredenen kloppen niet met het waargenomen handelen. Het gaat dan niet meer om de waarheid zelf, maar wat als waarheid wordt gepresenteerd. Dat is funest voor het vertrouwen. Er is ook sprake van minachting van de waarheid en als gevolg daarvan minachting voor de personen die naar de waarheid zoeken.

Ik zie het als de inflatie van het politieke handelen. Burgers worden bedrogen  met een uiterst eenzijdige en bevooroordeelde voorstelling van zaken en opgeroepen om de anderen als vijand te zien. Dat is de feitelijke crisis die zich in Edam-Volendam heeft voltrokken. Die gang van zaken is dan ook datgene wat iedereen bezig zou moeten houden omdat daar het probleem ligt dat opgelost moet worden. Smoezen, verkeerde voorstellingen van zaken moeten direct worden aangepakt. Als je het laat sudderen, groeien die uit tot irritaties die op langere termijn niet meer beheersbaar zijn.

De motie van wantrouwen gold voor het gehele college, dus ook voor de burgemeester. Omdat hij door de kroon benoemd is, kan hij niet ontslagen worden. Maar het gebeurde kan niet zonder gevolgen blijven. Als voorzitter van de gemeenteraad en van het college is hij niet slagvaardig en krachtdadig genoeg gebleken om de meest betrokkenen tot de orde te roepen. Als burgemeester heb je dan gefaald. Dat is een hard oordeel, maar daar kan men niet van weglopen. Bij de noodzaak om het politieke bedrijf weer gezond te maken is dat een onderdeel van essentieel belang.


zondag 19 januari 2014

Halve waarheden regeren Volendam


KLADBLOK

                                             


Dorpspolitiek kan treurige vormen aannemen. Wie daar bewijs voor zoekt kan zeker in Edam-Volendam terecht. De huisvesting van ambtenaren in de aangekochte panden van Uitwaterende Sluizen dat naar Alkmaar vertrok is een langdurige soap geworden. Voor- en tegenstanders in de gemeenteraad hebben de tegenstellingen laten escaleren in een gepolariseerde situatie die over de hoofden van kiezers wordt uitgevochten. Het zijn vooral de collegepartijen Volendam|80 en het CDA die bij de bevolking de indruk wekken dat het einde der tijden zal zijn aangebroken als ambtenaren in Edam gaan werken.

Het college benut trucs, halve waarheden en vertragingstactieken om het meerderheidsbesluit  -ambtenaren ook in de panden in Edam aan het werk te zetten-, niet te hoeven uitvoeren. Van integer besturen is al lang geen sprake meer en het leidde tot het vertrek van een wethouder (Luyckx, PvdA).

Een andere soap voltrekt zich rond het voornemen van het college om het centrum van Volendam op de schop te nemen en van een aantal duizenden  nieuwe vierkante meters winkeloppervlak te voorzien. Ook bij dit onderwerp is een wethouder gesneuveld (W.Runderkamp, VD|80) omdat hij het vertrouwen van de winkeliers en het grootste deel van de gemeenteraad had verspeeld. De trekker van het centrumplan is wethouder Marisa Kes (VD|80) die nogal eens de neiging heeft om te laten zien dat ze democratie en inspraak alleen maar hinderlijk vindt. Haar belangrijkste argument voor het megalomane centrumplan is dat ze het percentage van inkopen in de eigen gemeente van 80% te laag vindt. Daarmee hoopt ze de ondernemers uit het centrum van Volendam mee te krijgen.  Het is een gelegenheidsargument. Met aantrekkelijke winkelsteden als Amsterdam, Purmerend, Hoorn en Alkmaar in de nabijheid is het voor 80% inkopen doen in de eigen gemeente een percentage waar ondernemers in vergelijkbare dorpen blind voor zouden tekenen. Het is heel hoog en een bewijs van trouw van de Volendamse consument aan de eigen ondernemers.

Wethouder Kes (VD|80) presenteerde het plan in de raadsvergadering van 28 februari 2013. De gemeenteraad zag het volstrekt niet zitten, wees het voorstel in deze vorm af en stuurde de wethouder terug met de boodschap om bij het begin te beginnen en eerst maar eens te informeren bij ondernemers en consumenten over hun wensen. Dat is nog steeds niet gebeurd. Wel heeft de wethouder in december een bestemmingsplan voor het centrum voorgelegd dat de realisatie van haar wensen niet in de weg stond. De gemeenteraad keurde het plan goed onder het motto dat het geen dwingende ontwikkelingen betrof en slechts maximale mogelijkheden op de lange termijn vastlegde. De stemming in de gemeenteraad was dat men de voorkeur gaf aan geleidelijke ontwikkelingen met de nadruk op kleinschaligheid
.
Voor wethouder Kes was het echter het moment waarop ze had gewacht om met haar plannen verder te gaan.  Voelt de gemeenteraad zich nu bedrogen? Dat staat nog niet vast. Wordt de kiezer bedrogen met sussende woorden in de gemeenteraad. Ook dat staat niet vast, er is twijfel over wat sommige partijen aan de ene kant zeggen en aan de andere kant laten gebeuren. De procedure die moet leiden tot een plan voor het centrum is inmiddels weer in volle gang. Het wordt uitgevoerd door het bedrijf WPM. WPM is een van de grotere projectontwikkelaars voor winkelcentra, doet aan bouwmanagement en beheert parkeergarages. Bepaald geen bedrijf dat zonder eigen belangen, onafhankelijk en objectief kan adviseren. Formeel werkt WPM in opdracht van de gemeente. Dat is een halve waarheid. Informeel zijn haar opdrachtgevers investeerders die er de voorkeur aan geven dat de route via de gemeente loopt omdat het een grotere garantie op resultaat geeft. Het is een constructie die eigenlijk afgewezen zou moeten worden omdat het een bedrieglijke constructie is. Voor een objectief en betrouwbaar onderzoek doe je als gemeente beroep op een volstrekt onafhankelijke adviseur.

Het is dan ook geen wonder dat een overgrote meerderheid van de ondernemers in het centrum geen vertrouwen heeft in de gang van zaken die hen wordt opgedrongen. Ook consumenten lijken niet te wachten op een grootschalige verbouwing van het centrum. Opvallend is dan ook dat de vragen en stellingen waarmee WPM in de ‘inspraak’ aan de slag gaat verre van neutraal zijn. Ze zijn afgestemd op het gewenste resultaat.

Wethouder Kes (VD|80) lijkt haar uiterste best te doen om nog voor de verkiezingen in maart de zaak af te ronden en lijkt daarmee meer de belangen van een paar investeerders te dienen dan, zoals van haar verwacht zou mogen worden, die van de ondernemers en consumenten. Als de gemeenteraad niet onmiskenbaar laat zien waar ze staat, zal de wethouder die ruimte gebruiken om haar zin door te drijven.

Ondertussen rijzen er vragen over de positie van burgemeester W. van Beek (CDA). In zijn dubbele rollen als voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van het college van B&W en portefeuillehouder voor financiën, lijkt hij al lang niet meer boven de partijen te staan en het desastreuze beleid van wethouder Kes te steunen.




maandag 13 januari 2014

B&W Edam-Volendam veroorzaakt politieke crisis

                                      


KLADBLOK

Een gewaarschuwd mens telt voor twee, luidt het gezegde. De leden van het college van B&W van Edam-Volendam werden in de raadsvergadering van 12 september 2013 gewaarschuwd met een motie van afkeuring. De gemeenteraad was door eigenmachtig optreden van het college voor voldongen feiten gesteld. De motie van VVD, PvdA en GroenLinks sprak haar afkeuring uit omdat de raad niet actief, niet tijdig en onjuist door het college was geïnformeerd.

Achter de motie schuilt een sterke verdeeldheid over de van het Hoogheemraadschap gekochte panden. De gemeenteraad besloot tot die aankoop om de goed geoutilleerde vergaderzaal waar ze gebruik van maakte, te behouden. Pogingen om de rest te verhuren of te verkopen zijn mislukt. De kantoorpanden staan al drie jaar leeg en drukken pijnlijk op de begroting. Voor de indieners van de motie was die situatie reden om er voor te pleiten de leegstaande kantoorruimte in gebruik te laten nemen door de gemeente. De dependance van het stadskantoor aan de Mgr. Veermanlaan zou dan moeten worden verlaten. Sindsdien is er sprake van oorlog. Rapporten vliegen over en weer, worden betwist en inwoners van de gemeente weten al lang niet meer wie er gelijk heeft. De motie van afkeuring werd veroorzaakt omdat het college in de zomer van 2013 het pand aan de Mgr. Veermanlaan liet opknappen zonder de gemeenteraad te informeren.

De partijen VVD, PvdA en GroenLinks lieten een eigen onafhankelijk onderzoek in stellen naar de kosten van het in gebruik nemen van de panden in Edam en concludeerden op basis daarvan dat die oplossing financieel het meest aantrekkelijk was. Omdat ze samen in de gemeenteraad een meerderheid bezitten, slaagden ze er in de vergadering van 7 november 2013 in om de gemeenteraad te laten besluiten de panden in gebruik te nemen.

Het college dat het besluit zou moeten uitvoeren, gebruikte haar bestuurlijke macht voor tegenwerking. Ondanks het feit dat de gemeenteraad het besluit op 19 december 2013 nog een keer bekrachtigde, liet het college de volgende dag weten dat ze gestopt was met de uitvoering van het besluit. De PvdA reageerde verbolgen: “Het College lijkt dus willens en wetens niet te willen uitvoeren wat de meerderheid van de Gemeenteraad wil: Het gebouw aan de Schepenmakersdijk gereed maken voor huisvesting Ambtenaren. In het politieke spel heeft dit over het algemeen verregaande consequenties.”

Inmiddels is de zaak verder geëscaleerd. Op zaterdag 11 januari 2014 hebben de PvdA, VVD en GroenLinks in een brief aan de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad de zaak op scherp gezet. Ze schrijven: “Wij vragen daarom op basis van het Reglement van Orde, om een interpellatie te houden bij de eerstvolgende raadsvergadering van 23 januari. Daarbij zullen wij het college vragen om haar handelswijze en communicatie, waar een patroon in zit, nader toe te lichten en te verantwoorden.”
Voor het college wordt het nu een kwestie van buigen of barsten. Wetenswaardig is dat er sinds de zomer 2013 sprake is van een minderheidscollege en dat de burgemeester de portefeuille financiën beheert.

De andere partijen in de gemeenteraad, waarvan het CDA en Volendam|80 in het college vertegenwoordigd zijn, hebben zich eveneens niet neergelegd bij het besluit en hebben de geldigheid daarvan betwist. Het is mede daardoor een volledig gepolariseerde situatie geworden die niet meer te overbruggen lijkt. Het college lijkt aan te sturen op een krachtmeting in een politiek spel dat als doel lijkt te hebben vooral de Volendamse kiezers ervan te overtuigen dat het niet om koele cijfers gaat maar om een Edamse machtsgreep. In Volendam ligt dat gevoelig. De tegenstrevers worden dan ook informeel neergezet als ‘Edamse partijen’ terwijl dat predicaat alleen maar van toepassing is op de PvdA die in Volendam maar weinig aanhang heeft.

De keuze voor de plaats van huisvesting van ambtenaren, in Edam of Volendam, is niet de belangrijkste kwestie. Die gaat wat mij betreft over de integriteit van het bestuur van de gemeente. Het college van B&W van Edam-Volendam lijkt volledig overtuigd te zijn van haar eigen gelijk in deze kwestie en lijkt daarom niet bereid te zijn het hoofd te buigen voor een raadsmeerderheid. Haar aanpak wekt de indruk te zijn gebaseerd  op de overtuiging dat het doel de middelen heiligt.  

Democratie is gebaseerd op meerderheidsbesluiten. Als zo’n besluit is genomen geldt dat voor iedereen. Dat zijn de spelregels. Als een gemeenteraad een besluit neemt, heeft een college dat uit te voeren. Het college in Edam-Volendam  laat zien niet bereid te zijn om iets uit te voeren dat niet in overeenstemming is met haar opvattingen. Ze houdt hardnekkig vast aan haar eigen gelijk en gebruikt haar bestuurlijke mogelijkheden om dat tegen de wens van de meerderheid in, na te streven. Dat lijkt op machtsmisbruik.

Het interpellatiedebat zal plaatsvinden op de geplande raadsvergadering van 23 januari. Als het college niet inbindt zal er wel een motie van wantrouwen worden aangenomen. Dan komt er na een gele kaart een rode kaart. Wellicht is  voor de commissaris van de koning de  tijd aangebroken om eens een bezoek aan Edam-Volendam te brengen.



maandag 6 januari 2014

Noodklok over raadslidmaatschap

                               

KLADBLOK

Politieke partijen in kleinere gemeenten kunnen moeilijk raadsleden vinden staat er in de krant. Dat bedreigt het niveau  van de lokale politiek zeggen deskundigen die de taak van raadsleden alleen maar moeilijker zien worden. Wie een blik werpt op de tot nu toe bekend gemaakte kandidatenlijsten van partijen in Edam-Volendam kan die trend zien. Gemiddeld genomen gaat de kwaliteit van kandidaats-raadsleden eerder omlaag dan omhoog. Wat mij betreft mag de noodklok dan ook wel wat harder worden geluid. Het is de democratie die daardoor verder aangetast zal worden.

Mij wordt wel eens verweten dat ik met kritische columns over het politiek gebeuren, bijdraag aan het minder aantrekkelijk worden van het raadslidmaatschap. Ook wordt beweerd dat het kiezers zou weghouden van de stembus omdat ze door mijn geschrijf hun bekomst krijgen van het politieke gedoe. Zulke commentaren zijn natuurlijk het beste bewijs voor het lage niveau. Het ligt altijd aan anderen, nooit aan de politici zelf.

Ik vraag me wel eens af of lokale politici in een tunnel leven en tunneldenkers zijn. Ze lijken op mollen. Ze maken molshopen om te laten zien dat ze er nog zijn. Het werkelijke leven van politici speelt zich onderaards af in de kelders van de macht en in de ondergrondse territoriumgevechten. We worden geacht dat niet te zien en ons bovendien niet te storen aan de opgeworpen molshopen.

Voorbeelden te over. Een van de betere wethouders ooit werd om een kleinigheid met een motie op initiatief van de PvdA weggestuurd. Die kleinigheid was het molshoopje dat de feitelijke politieke redenen aan het zicht onttrok. Het CDA was ooit tegen de herbouw van jongeren- en cultuurcentrum PX aan de Zeestraat, terwijl ze daar eerder voor was. ‘Voortschrijdend inzicht’, was het molshoopje dat ze daarbij naar boven stuwde. De feitelijke reden, dat ze het centrum grootschalig wilden gaan verbouwen, hielden ze liever geheim. Dankzij een nieuw college kwam dat centrum er toch. Het werd uitgerekend geopend door een wethouder van datzelfde CDA. Dat is alleen maar te begrijpen als je weet dat ze in het nieuwe college over de subsidie van dat centrum gaat. Je moet de partij te vriend houden, anders kon die zich wel eens tegen je keren. Politiek gedoe leidt zo tot opportunisme. Natuurlijk zien kiezers dat.

Ik schop graag tegen de lokale (Edamse) PvdA die ik met liefde een grachtengordelpartij noem. Die partij schijnt te vinden dat iedereen het in de gemeente geweldig goed heeft. Op enig socialisme heb ik de partij dan ook nooit kunnen betrappen. Maar onderschat de partij niet. Ze weet haar (ondergrondse) macht knap uit te spelen. Op de laatste raadsvergadering liet ze bij monde van Bob van der Meulen alvast weten in Lijst Kras geen toekomstige coalitiegenoot te zien. Een bovengrondse mededeling met een ondergronds effect. Er wordt verwacht dat bij de komende verkiezingen Lijst Kras aardig wat zetels zal weten binnen te halen. De PvdA heeft echter aan andere partijen het signaal gegeven niet met Lijst Kras in een coalitie te willen zitten. De PvdA zelf is er evenwel zelf niet in geslaagd om met een sterke kandidatenlijst te komen.

Dat is het CDA ook niet. Een (op een paar molshoopjes na) weinig zichtbare wethouder is lijsttrekster geworden. Een zwak gebleken raadslid is tot fractievoorzitter gepromoveerd. Tegen de trend in heeft het CDA echter wel een sterke man op plaats drie staan. Ex-Rabobankdirecteur de Jong brengt zeker kwaliteiten mee als raadslid. Maar de man heeft ook een uitgesproken binding met de plaatselijke ondernemers. Die willen nogal eens wat anders dan de bevolking. Daar dreigen dus ondergrondse verbindingen die onder molshopen moeten worden verborgen.

Van molshoopjes bekend is ook de lijsttrekster van VD|80. In de aanloop naar de verkiezingen van 2010 liet ze de Stadskrant op tekenen dat het bouwen voor starters en senioren haar speerpunt is. Daar had ze de voorgaande coalitieperiode al de besluitvorming van rond. In de raadperiode waarop ze vooruitblikte is ze vooral bekend geworden als degene die het politiek-bestuurlijk instrumentarium handig weet te benutten voor haar plannen om het centrum van Volendam grootschalig te verbouwen. Het stond niet in het verkiezingsprogramma van VD|80 en ook niet in het coalitieprogramma. Het komt uit de molsgangen die door anderen wel achterkamertjespolitiek wordt genoemd en die de doodsteek betekend heeft voor het motto van VD|80: ‘de burger krachtig’.

Het grote probleem wordt gevormd door de huidige politici. Wie wil daar bij horen? Ze hebben hun eigen pikorde, ze hebben hun eigen machtspolitiek, opportunistische ethiek en lastig zichtbare belangen op de achtergrond. Inside informatie is belangrijker dan publieke informatie. Tussen zichtbaar en onzichtbaar ziet de kiezer slechts onbegrijpelijk gedoe op basis van politieke normen en waarden die veel verschillen van de normen en waarden die in de samenleving op prijs worden gesteld. De politicus of partij die dat verschil weet te overbruggen, krijgt mijn onvoorwaardelijke steun. Fouten mogen van mij bij de vleet worden gemaakt, zo lang ik maar de indruk heb dat ze worden benut om er van te leren in een proces dat de politiek weer bij de burgers brengt. Dan wordt het vanzelf weer aantrekkelijker om raadslid te worden.